- knip
- knip1{{/term}}〈de〉1 [beweging, geluid] chiquenaude 〈v.〉2 [gaatje] trou 〈m.〉3 [sluiting met een veer] fermoir 〈m.〉4 [plat grendeltje] verrou 〈m.〉♦voorbeelden:1 een knip met de vingers • une chiquenaudeeen knip voor de neus • une chiquenaude sur le nez〈figuurlijk〉 hij is geen knip voor de neus waard • il ne vaut pas un pet de lapin2 de conducteur geeft een knip in het kaartje • le contrôleur poinçonne le billet4 doe de knip op de deur • verrouille la porte→ {{link=hand}}hand{{/link}}¶ iemand een knip op de neus zetten • couper les ailes à qn.————————knip2{{/term}}〈tussenwerpsel〉1 clic!
Deens-Russisch woordenboek. 2015.